|
||||||||
|
Je ziet de tendens zowat overal terugkomen: jazzmuzikanten deinzen er niet langer voor terug om hele happen folk in hun composities binnen te smokkelen en folkies zijn tegenwoordig allemaal geschoolde muzikanten, die er dus niet verlegen om zitten te tonen wat ze allemaal in hun mars hebben en ze durven dus steeds makkelijker teruggrijpen naar ritmes en fraseringen, die we tot pakweg vijf jaar geleden, zonder meer in de jazz zouden gesitueerd hebben. Ik vind dat persoonlijk een heel fijne en interessante ontwikkeling: ze toont aan dat beide genres in evolutie zijn en dat alvast de muzikanten zelf er boeiende punten in zien. Dat is bij het ensemble van deze accordeonist uit de Abruzzen alvast niet anders, al kon je dat bij hem allemaal al een tijdje zien aankomen: Mazzocchetti besteedde een flink deel van zijn tijd aan het schrijven van “toneelmuziek”, of dat nu betrekking had op film, televisie of gewoon ouderwets begeleiding van theaterstukken. Al ruim veertig jaar lang werkt Mazzocchetti samen met de grootste namen uit de Italiaanse film- en theaterwereld en dan komen we namen tegen als Vittorio Gassman, Ugo Gregoretti en Emiliano Bronzino. In Italiaanse middens klinken die als hele luide klokken en wereldwijd staan ze aan de top van allerhande ranglijsten. Daar hoort Mazzocchetti dus ook bij, want voor veel van die grote namen is hij de favoriete artiest, als ze op zoek moeten gaan naar muziekjes om hun theater- of filmwerkstukken te ondersteunen. Mazzocchetti en zijn muzikanten (een aantal onder hen draait al decennia lang met de maestro mee) verstaan als weinig anderen de kunst die typisch Italiaanse tonaliteiten uit de folk, in een jazzy jasje te steken en zo aan een kruisbestuiving te werken, die nergens minder dan interessant klinkt. Op deze plaat staat zo’n dikke drie kwartier nieuwe muziek van de hand van Mazzocchetti, die met evenveel gemak uit de jazz plukt als uit klassiek werk van Puccini of Stravinsky,of uit de Napolitaanse folk en uit de muzikaliteit van zijn eigen dialect van Città Sant Angelo, het zogeheten “Angolano”. Dat levert een bijzonder gevarieerde plaat op, die moeilijk van een etiket te voorzien is, maar die wel boeit van begin tot einde. Mazzocchetti is een “muzikale verteller”, aan wiens composities je makkelijk kan horen dat hij gewoon is muzikale illustraties te maken bij dingen die op de scene of op het scherm gebeuren. Zo is opener “La Giostra della Monachella” (letterlijk “de draaimolen van de non”) een heel poëtische, Mediterrane klaagzang, terwijl de afsluitende titeltrack en het centrale “La Danza delle Barche a Colori” (“de dans van de kleurige bootjes” veeleer uptempo stukken zijn, met invloeden van zowel Braziliaanse bossa als van jaren ’80 jazz à la Al di Meola of aan flarden jazz-tango van Piazolla. Boeiende plaat dus, waarin voor elk wat wils te horen is, maar die vooral niet ongemerkt mag passeren: verwacht hier het onverwachte ! (Dani Heyvaert)
|